dinsdag 2 maart 2010

HISTORIEK VAN DE SINT-MARGARETAPAROCHIE

Sint-Margareta, de patroonheilige.
Sint-Margareta, de patroonheilige van onze kerk werd circa 305 in Antiochië geboren. Door haar voedster werd ze in het christelijk geloof opgevoed. Omwillen van haar geloof wees ze een huwelijk af met de heidense prefect Olybrius en werd ze gearresteerd. Rondom haar leven en lijden worden veel legenden verteld, o.a. over een draak die haar in de gevangenis verscheen. Margareta kon hem verjagen door middel van een kruisteken. Uiteindelijk stierf ze door onthoofding de marteldood in Antiochië onder Diocletianus. Sint-Margareta is de patrones van zwangere en barende vrouwen. Zij wordt aanroepen voor vruchtbaarheid en verder bij barensweeën, de geboorte van een kind en borstkwalen.

Ontstaan van de parochie.

Grembergen en het hele gebied tussen Schelde en Durme was een heerlijkheid uit het erfgoed van Karel de Grote. Tussen 802 en 805 werd dit gebied geschonken aan de abdij van Werden (Duitsland), gesticht door Ludgerus. Vanuit Werden richtten monniken een klooster op te Zele. Van hieruit werd missioneringswerk verricht. In 1019 wordt er voor het eerst gesproken van “Grendberga”. De naam werd afgeleid van “stuyvende bergen”, opgewaaid uit zanden die door de Schelde werden afgezet. “Grend”, “grem” of “grim” betekent “woest”, “onvruchtbaar”, “onbebouwd”.

Bouwgeschiedenis van de Sint-Margaretakerk.

Rond 1100 werd in de omgeving van de koortskapel een bidplaats opgericht. Deze bevond zich dichtbij de huidige Scheldebrug en was afhankelijk van de moederkerk te Zele. Hoe deze kerk eruit zag en hoe zij verder evolueerde is niet bekend. In 1569 hadden de geuzen allesbehalve de “Geueze” bij zich, doch wel een flink pak agressie. Zij namen Dendermonde in en richtten ook in Grembergen zware schade aan. In 1599 werd de herstelde kerk heringezegend. Na enkele decennia was de kerk reeds zo vervallen dat men er in 1660 aan dacht een nieuwe kerk op te richten. Het beleg van Dendermonde door Lodewijk XIV (1667) bracht niets dan ellende. De oude kerk moest in 1675 zelfs afgebroken worden om Dendermonde goed te kunnen verdedigen. Op 13 december 1709 gaf koning Filips V (van Spanje en de Nederlanden) toelating een nieuwe kerk te bouwen. (toren, beuk, en twee zijkapellen) Hierbij werd gebruik gemaakt van materialen van de oude kerk. Deze nieuwe kerk werd gebouwd op de huidige plaats, buiten het bereik van kanongeschut vanuit Dendermonde. De inzegening vond plaats op 10/11/1710, maar de wijdingsviering werd voorgeschreven op de tweede zondag van september, het tijdstip van onze grote kermis. In 1846 was de bevolking zodanig aangegroeid dat de kerk vergroot moest worden. Er kwamen twee zijbeuken bij. Deze werden plechtig ingezegend in 1850. Een verhoging van de kerktoren volgde na twee openbare aanbestedingen in 1871 en 1873. De beide wereldoorlogen brachten de kerk nagenoeg geen schade toe.

Interieur van de Sint-Margaretakerk.

Altaren

Het hoofdaltaar (1748, gemarmerd hout) vormt het tabernakel, bekroond door een Calvarie. Op het deurtje herkennen we de maaltijd met de Emmaüsgangers. De overvloed aan beelden wijst op een reactie tegen het opflakkerend protestantisme. Rond het tabernakel zien we twee engelen. Zij dragen de symbolen van geloof (pauselijke tiara), hoop (het anker) en liefde (kelk: symbool van de eucharistie).
Het rechter zijaltaar (1622) is toegewijd aan de Heilige Elooi. Aan het linker zijaltaar (1622) wordt Onze-Lieve-Vrouw vereerd.
De huidige altaartafel waar nu de mis wordt opgedragen, is een fragment van de vroegere communiebank (1683, uit oude kerk) en stelt het Lam Gods voor.
Andere fragmenten vinden we in de zitbanken van lectoren en misdienaars

De preekstoel

Een knap staaltje van barokke- en rococobeeldhouwkunst van Adriaan Nijs (1738). We vinden de symbolen van de vier evangelisten terug: bovanaan de kuip Lucas (os) en Marcus (leeuw); onderaan de kuip Matteüs (engel) en Johannes (arend). Op de panelen zien we de voorstelling van de Bergrede, Sint-Margareta die aan haar geloof weigert te verzaken en Sint-Margareta en de draak. Het eikenhouten kruisbeeld bovenop de kuip dateert van 1855. Als kernspreuk werd geopteerd voor “Semen est verbum Dei” (Het woord van God is zaad). Sedert het Vaticaans Concilie wordt de preekstoel niet meer gebruikt.

De biechtstoelen

Twee biechtstoelen met bustes van Maria Magdalena en de H. Paulus dateren van omstreeks 1750. De twee andere zijn van de hand van Adriaan Nijs (eerste helft 18 de eeuw) met bustes van de H. Petrus en Carolus Borromeus.

De vaandels

Vooreest is er het vaandel met het H.Hart van Maria in ovaal medaillon en Mariamonogram (circa 1900). Het vaandel met torenmonstrans werd geschonken bij de oprichting van de Broederschap van het Heilig Sacrament in 1849. Tot slot is een vaandel met medaillon en goudborduurwerk dat de Heilige Elooi voorstelt.

Het orgel

Rond 1871 werd ons kerkorgel gebouwd door Petrus Vereecken, orgelmaker uit Gijzegem. Het bestaat uit een eiken orgelkast met 1029 orgelpijpen, 2 manuele klavieren en 1 pedaalklavier. In totaal zijn er 18 register. Op 12 oktober 1981 werd het orgel bij Koninklijk Besluit beschermd als monument. Na een zeer lange administratieve procedure werd het orgel gerestaureerd door bvba Nijs & zonen uit Nieuwerkerken. Dankzij subsidies en restauratiepremies van het Vlaamse Gewest, de provincie en het stadsbestuur speel onze koster-organist Luc Dilewyns nu op een prachtig gerestaureerd orgel.

Glasramen

De glasramen werden op afwisselende wijze gevuld met geometrische motieven en een rondlopende omlijsting van bloemen en bladwerk. Boven de zijdeuren in de voorgevel zijn er gelijkaardige roosvensters.
Naast de zijaltaren realiseerde Eugeen Yoors in 1937 twee glasramen:
- H. Hart van Jezus (schenker: familie de Waepenaert)
- H. Hart van Maria (schenker: E.H. Parys)

De kapelletjes van Grembergen

Sint-Margrietkapel (Sint-Margrietstraat)
Deze kapel werd opgericht als dank voor de genezing in 1912 van Johanna Verleysen, echtgenote van Désiré Willems. De initialen staan in de gevel vermeld. Ze werd gemetst door Petrus Mertens en metserdiender Petrus Bogaert. Vroeger stonden rond de kapel een Spaanse houten haag, enkele rustbanken en aan weerzijden van de ingang een lindeboom.

Kapel O.L. Vrouw van Toorst (Ganzegavers)
De grondlegger van dit kapelletje is E.H. De Vidts. In 1980 vroeg hij als toenmalig onderpastoor aan Frans Fierens een plan te tekenen voor de kapel. In 1981 werd hij echter overgeplaatst naar Lokeren. Gelukkig diepte E.H. Redant het plan weer op. Eind mei 1982 was het kapelletje voltooid. 28 mei 1982 werd het ingehuldigd met een eucharistieviering. Lange tijd werd het kapelletje onderhouden door Edmond Segers. Nu straalt het nog steeds dankzij de hulp van vrijwillige buurbewoners.

Sint-Elooikapel (Grootzand)
In 1711 schonk de bisschap van Gent een deel van de relikwieën van Sint-Elooi aan de Sint-Margaretakerk. Hij is de patroon van de smeden en de beschermheilige van het vee. Aangezien geen enkel dier bezweek bij de volgende veeplaag, veroorzaakte dit de grote devotie tot Sint-Elooi. In 1715 keurde pas Clemens XI het oprichten van de Sint-Elooiconfrerie goed. In hetzelfde jaar werd de Sint-Elooikapel gebouwd over het waterputje waar volgens de overlevering het beeld van de heilige gevonden werd. De jaarlijkse processie van Sint-Elooi en de zegening van de paarden vindt plaats op de eerste zondag na 29 juni. Het jaartal “1777” wijst wellicht op verbouwingswerken. De laatste restauratiewerken dateren van 2002.

Het Koortskappelletje
De omgeving van het koortskapelletje wordt unaniem beschouwd als de plaats waar de vroegere kerk van Grembergen gestaan heeft. De inscriptie “anno 1624” op een steen in de kapelgevel blijft een vraagteken. Sinds 18 juni 2002 zetten de “Vrienden van de Koortskapel” zich in voor de restauratie.

Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood
De kapel van de wijk “De Molen”of “De Proche” werd heropgebouwd in 1911 en bevindt zich op de hoek van de Oude Molenstraat en de Denstraat. Op 15 augustus 1911 werd ze plechtig ingewijd. Nog steeds is dit de datum van de jaarlijkse wijkkermis. De kapel is eigendom van de familie De Mey.

Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Vrede (Hekkestraat-Hekkenhoek)
Bij de Franse omwenteling van 1790 werd deze kapel niet gespaard. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw en twee koperen kandelaars konden gered worden en werden in een hoeve verborgen. Na de Franse revolutie werd in de lindeboom een houten kapelletje gehangen. Dit was in 1935 aan herstel toe: men besloot een stenen kapel op te richten. Bij de graafwerken voor de fundering stootte men op resten van wat ooit de oude stenen kapel was. De huidige kapel werd op 30 augustus 1936 ingewijd door onderpastoor de Craene. Nu nog wordt er in de maand mei een mis opgedragen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten