dinsdag 2 maart 2010

GEBEURTENISSEN VANAF HET JAAR 1600

1600 : “Canonscheuten” afgevuurd vanuit Grembergen, Appels en Swijveke-Boonwijk op Dendermonde. 1604 : In deze tijd werd onderricht gegeven door Adrianus Hauwe, Koster te Grembergen op aanvaarding door de toenmalige pastoor en schepenen.
1612 : Op 13.12.1612 verkocht E.H. Pastoor Frans Heuvinck, “met eer en wet”, de oude pastorij aan Karel van Vossele, en dezelfde dag kochten Burgemeester en Schepenen, van Anneken Costers, “ten behoeve van de Vure” een hofstede, “ met den last van ter ontlastinge van de oude priesteragie te onderhouden het Jaergetijde staende bekent un den Handboek van de innecomen van de Cure”.
1615 : Dit jaar vinden we sporen terug van het musiceren in groepsverband door zogeheten speellieden, die optraden bij processies en ommegangen. In een oude kerkrekening van Grembergen wordt vermeld : “ Item betaelt den speellieden, hebbende met hun spel op de feestdag van O.L.V. Hemelvaart vereert de processie”.
1622 : Dit jaartal komt voor op het altaar van Sint Eligius. De beide zijaltaren van de huidige kerk zouden afkomstig zijn van de oude kerk.
1624 : Dit jaartal staat vermeld boven de ingang van de Koortskapel gelegen naast het oude scoutsterrein en daarbij vermoeden we dat deze kapel ter ere van Onze Lieve Vrouw van Koorts in dit jaar gebouwd werd. Dit jaartal vormt eigenlijk een tegenstrijdigheid met wat in over het ontstaan van deze kapel vermeld wordt. Ze zou opgericht zijn op de plaats waar de oude kerk van Grembergen stond.
1630 : De weg, Dendermonde - Hulst, werd voor de eerste maal gehasseid (deel Waasmunster) in 1629, en dit volgens de brieven van Koning Philip IV. Tot voltrekking van dit nuttige werk, verkreeg de gemeente Waasmunster, bij octrooi van 10 maart 1635 vergunning, om een belasting of tol te heffen. Men eiste één stuiver per bespannen paard.
1653 : Een handelskaai in Grembergen wordt vermeld in een oorkonde van 1653, wanneer door de wethouders besloten werd aldaar zekere rechten te heffen voor het onderhoud van deze kaai.
1654 : Levering van een Zilveren remonstrans met het beeld van de Heilige Eligius en Sint Margaretha. Dit is een duidelijk bewijs van de verering van deze heiligen in die tijd.
1959 : De Burgemeester van Grembergen in het jaar 1659 zou de heer Symoen Oste zijn geweest, de ontvanger dat jaar was de heer Dieter Seghers.
1664 : Van 1664 tot 1667 was Joannes Van Lemmens koster, vanaf 1672 liet hij de dienst verzekeren door Ludovicus Roels, die op 20.11.1672 als schoolmmeester werd beëdigd en beide functies vervulde tot in 1681.
1667 : Dit jaar werd de dijk op drie plaatsen doorgestoken om Dendermonde te verdedigen. Mogelijks spoelde aan de eerste bres het Wiel (is een ronde put die ontstaat na een dijkbreuk) uit. Dit werd toen de Colique put genoemd. Dit jaar was de heer Christiaen Verbergmoes Burgemeester te Grembergen.
1675 : De legeroverheden gaven bevel de oude kerk af te breken, omdat ze een beletsel was voor de verdediging van Dendermonde. De muren van het kerkhof waren reeds afgebroken en de stenen naar de plaats van de nieuwe kerk gevoerd. De grond van het kerkhof werd geslecht. De lijken van de onlangs overledenen werden overgebracht naar elders. De grondvesten van de kerk werden aldus bloot gemaakt en daardoor dreigde de voorgevel in te storten.
1682 : Begin dit jaar op 26 januari woedt een hevige storm over de streek. Dit leidt tot zware overstromingen. De huizen kwamen onder water en de mensen moesten op hun zolder of op hun dak vluchten tot ze konden worden bevrijd met behulp van schuiten. Het water stond tot op het kelderkamertje van de herberg “In ‘t Mandeken”.
Den 28 januari 1682 schoot Grembergen ten gevolge eener dijkbraakn zozeer onder water, “ dat de insetenen, hebbende onderstaen de benaurheyt vande voorn. Wateren en tempeesten, de bederfenisse vande graenen, vlas, claversaet ende fourraygien in hunne schueren, ende verlies van eenige beesten, hun ettelycke daeghen hebben op hunne solders, graen- en hoytassen in hunne schueren, sonder malckanderen te connen communiceeren, todat sy hun eyndelinge hebben connen salveren met schuyten ende andersints.
Tot hoe hoog de schade beliep, kan worden nagegaan als men weet dat er voor het onderhoud en de herstelling der dijken gedurende verscheidene jaren 6.000 Gulden werden uitgegeven.
1684 : Op 11.09.1684 werd een nieuwe meester door deken Van de Wincekele aangesteld, nl. Ludovicus Daniels. Deze persoon was zeer onderlegd.
1685 : Franse officieren laten de kerk gedeeltelijk afbreken.
1689 - 1697 : In deze jaren had Grembergen 2 à 3 kampententen van 10 tot 20.000 soldaten te onderhouden, die alle levensmiddelen in de gemeente voor hen alleen opeisten.
1695 : Dit jaar werd een lijst van bewapende ofte weerbare mannen opgesteld.
1706 : Nauwelijks was de erfenisoorlog uitgebroken of de Dendermondenaars zetten de rondliggende dorpen onder water. De dijk van Grembergen werd op twee plaatsen doorgestoken, met name ter hoogte van “den aantrekker” en “de nieuwe kraag”.
1708 : Dit werd weer een rotjaar voor de Grembergenaars. Soldaten die hier verbleven of op doortocht waren gingen zich te buiten aan baldadigheden. Ze dreigden er zelfs mee de gehele gemeente in vlammen te laten opgaan. Door bemiddeling van enkele wijze, bezadigde mensen kwam men ertoe dat zij hun gramschap niet uitvoerden. Het kostte de inwoners wel een aardige stuiver daar ze alles moesten geven aan de soldaten wat deze laatsten ook eisten.
1709 : Verzoekschrift van 242 inwoners van Grembergen, samen met pastoor Thielens, om toelating te bekomen, een nieuwe kerk te bouwen.

GEBEURTENISSEN VANAF HET JAAR 1400

1467 : Grondige herstelling van de Scheldebrug en voorzien van een kaaimuur langs de kant van Dendermonde. 1452 : Filip De Goede, hertog van Bourgondië, vestigt zich in Dendermonde op de burcht en maakt een brug over de Schelde op tonnen om zijn troepen gemakkelijker over de Schelde te laten komen. De brug had aan beide oevers een sterke verdediging..
1453 : Vervanging van de oude brug door een nieuwe houten brug..
1484 : Maximilliaan van Oostenrijk vermomde zijn soldaten als monniken en nonnen om Dendermonde te veroveren. De niets vermoedende wachters deden de poorten open en de stad moest zich overgeven. Maximilliaan begiftigde de stad met een wekelijkse markt, die ‘s maandags moest gehouden worden en nog steeds doorgaat op maandag. Grembergen leefde met Dendermonde mee en haar handelaars waren ook present op de Dendermondse markt.
1498 : Dit jaar werd Jacob Van de Velde “Vicecureijt” (onderpastoor) te Grembergen.
1549 - 1550 : Toen stonden er te Grembergen op het Gemeen Zand twee oliewindmolens, de ene uitgebaat door Pieter Lauwereins, de andere, genaamd den Bulck, hoorde toe aan Steven Van den Briel en Jan Van de Voorde. Twintig jaar later waren het er vier. Het Melingsboek van 1774 vermeldt er eveneens vier, te weten : de nieuwen molen, de Rat, De Snek (afgebrand 1773) en ‘t Cleyn Moleken. Ze stonden alle op het Groot Zand, op de vague gronden & bergen, die aan de Heer der Heerlijkheid en aan de gemeente toebehoorden.
1555 : In Dendermonde richt men het Heilig Maagdcollege op. Vermoedelijk konden de rijke Grembergse kinderen daarvan profiteren om naar school te gaan.
1560 : De eerste overstroming waarvan gewag wordt gemaakt, had plaats in 1560. De meeste huizen in Grembergen stonden tot aan de vensters onder water. De kosten van de herstelling van de Dijken bedroeg 162 pond Groten.
Naar de getuigenis van de Waeschen Griffier Jan De Neve bedroeg de Grembergse oppervlakte 545 bunder, had men 23 bunder “hooghe stuyvende bergen”, terwijl het lager gelegen gedeelte, waaronder een veertigtal bunder weinig opbrengende meerschen en “ommelaten” ter oorzaak van de slechte dijken, aan gedurige overstromingen blootgelegd lag.
1569 : De Geuzen namen Dendermonde in, ze verjoegen de Spanjaarden en richten grote verwoestingen aan. Van de Gemeente Grembergen is voor die tijd niets bekend doch men mag er vanuit gaan dat Grembergen deelde in de klappen.
1571 : De beeldenstormers konden hier echter niet lang blijven, want een verschrikkelijke gesel teisterde hen en de plaatselijke bevolking. Het was “de pest” die hen verjoeg. De doden werden per kar van huis tot huis opgehaald, om de lijken zo snel mogelijk te begraven. Dit is de oorzaak van het ontstaan van de pestwegels. De wegels langs waar de doden vervoerd werden.
1584 : Het natuurlijke gevolg van de oorlog en de pest is de hongersnood. Er werd gezegd dat de mensen katten, honden en zelfs met het opeten van ratten hun honger stilden. Door deze hongersnood werden ganse velden verkocht om toch maar aan een brood te geraken.
1587 : Uitgehongerde en razende wolven kwamen in die tijd de gemeente Grembergen overvallen. Deze dieren maakten de streek zo onveilig dat de kooplieden verplicht waren, gewapend en in talrijk gezelschap te reizen. De inwoners zelf waagden het niet, zich zonder wapens naar het vemd te begeven. Er is sprake van het aanstellen van een parochiejager die ganse dagen op zoek ging naar gevaarlijke dieren. Het zou meer dan 18 maanden duren vooraleer de streek weer veilig was.
1599 : Herzegening van de kerk op 20 oktober 1599 door Mgr. Dawantio.

DE NIEUWE PAROCHIE DEEL TWEE

1858 : Op 12 september 1958 wordt Fernand Knopff geboren te Grembergen. Zijn vader is magistraat en omwille van een benoeming verhuist hij met zijn gezin naar Brugge. In 1860 wordt hier zijn broer Georges geboren (later dichter, criticus, musicus) en in 1864 zijn zus Marguerite. Zij zal later model van de schilder zijn, tot en met haar huwelijk in 1890. 1863 : Op 5 augustus 1863 werd de hofstede aangekocht van Dorothea Van Mele, echtgenote van Frans Van Haver. Dit is de oorsprong van het klooster. Op 5 oktober van dit jaar werden er twee klassen opgericht en aangenomen als meisjesschool.
Op 5 oktober 1863 kwamen ook de eerste zusters aan in de gemeente. Ze werden afgehaald aan het station door E.H. Pastoor Van de Velde.
1867 : Dit jaar werd het vaandel van de harmonie ‘Sint Cecilia’ aangekocht. De gemeente verleende hiertoe een dubbele toelage van 600 Fr. Het vaandel was gemaakt in een traditioneel fluwelen doek, bestikt met goud- en zilverdraden, met overgeslagen bovenhoeken in driehoek recht van de stok afhangend.
1869 : Oprichting van een wezen- en ziekenhuis voor de behoeftige mensen van de gemeente. Dit jaar richtte het Klooster der Kindsheid Jesu een bewaarschool in met twee lokalen, voor kinderen van beide geslachten van 3 tot 7 jaar.
In 1869 werd ook het station van Grembergen gebouwd. Dit station lag in een gebied waar het ‘Departemant van Oorlog” om strategische redenen slecht snel demonterende gebouwen gedoogde. Dit hield in dat het gebouw slecht uit hout mocht bestaan.
Dit jaar deed Burgemeester Raymond De Waepenaert zijn intrede in Grembergen, onder begeleiding van het Grembergse Ros Beiaard. Men probeerde er ook mee naar Dendermonde te trekken, maar dat werd door de heren van ‘t stad verhinderd.
1871 : op 20.11.1871 werd overgegaan tot openbare aanbesteding voor de verhoging van de kerktoren.
1875 : De spoorlijn Dendermonde - Sint-Niklaas werd in twee delen in gebruik genomen :
Het deel van Dendermonde naar Hamme werd op 3.9.1875 ingehuldigd, de rest 2 jaar later.
1876 : Op 25.6.1876 werd Auguste Madou als onderwijzer aangesteld te Grembergen.
1885 : oprichting van het huidige kloostergebouw langs de straat.
Op 15 mei 1885 wordt Albert Jan Van Driessche geboren 1889 : Kon. Besluit van 2.04.1889 stelde M. Rubbens aan als Burgemeester van Grembergen.
1890 : Op 24.12.1890 werd een aanvraag ingediend tot het oprichten van een postkantoor.
1892 : Op kerstavond van dat jaar werd in herberg “Het Kuypke”, de zangmaatschappij gesticht onder de naam “KLIMOP”.
Dit jaar werd ook de fabriek Roos- Geerinck- De Naeyer opgericht.
1897 : De heer De Waepenaert volgt Burgemeester Jan Saeys op.
1898 : Er wordt een boerderij gebouwd in het klooster.
1899 : Inhuldiging door Prins Albert van de nieuwe Scheldebrug (in 1914 gesprongen). Deze brug werd geleverd door de firma Goossens uit Schaarbeek. De kostprijs bedroeg 948.250 Fr.
Carnaval werd weinig of niet gevierd te Grembergen. Het gemaskerd lopen zou trouwens verboden worden door een gemeentelijk reglement van 31.12.1899.

DE NIEUWE PAROCHIE

1709 : Op 13.12.1709 verkrijgen de pastoor, de schepenbank en de kerkmeesters van Grembergen van Koning Filips V, de toelating om de nieuwe kerk te bouwen. Wanneer men begonnen is aan de nieuwe kerk is niet juist gekend. De kerkraad ging een lening aan van 5100 Gulden, om het gebouw te bekostigen. Veel oude zandsteen is gebruikt bij het bouwen van de toren en de voorgevel. De kerk had maar één beuk en twee zijkapellen. De zegening van deze kerk had plaats op 10 november 1710, maar men schreef de viering voor op de 2de zondag van september. Waarschijnlijk was dit het kerkfeest of kermis van de oude kerk. 1714 : Zware beproeving voor de inwoners van Grembergen en de omliggende gemeenten. De gemeente overstroomde daar er zeker op vier plaatsen de dijk in Grembergen was doorgestoken. Men zou twee maanden te kampen hebben met deze overstroming.
1731 : Weer werd Grembergen getroffen door een zware overstroming.
1734 : Oprichting van het hoogaltaar door Cornelis Struif, beeldhouwer van Antwerpen. Hij ontving voor zijn werk, 450 Gulden.
1738 : Het snijwerk van het koorgestoelte en de preekstoel werd geleverd door Adriaan Nijs.
1740 : Op 14.1.1740 begon het heel hard te vriezen. Resultaat was dat de rivieren toevrozen en dat men er over kon met zwaar beladen wagens.
1757 : Bouw van een nieuwe pastorij
1763 : Weer had Grembergen te lijden van een zware overstroming.
1764 : Het hele grondgebied van Grembergen wordt in één grote waterplas herschapen, als de dijk aan de Roggeman in Moerzeke het begeeft. Weinig of niks bleef droog, enkel de hoger gelegen heuvels op het zand bleven zonder natte voeten.
1777 : Grote herstellingen aan het dak van de pastorij. Bouw van de huidige St. Elooy-kapel.
1794 : Franse Revolutie.
1798 : Boerenkrijg.

In die tijd woonde in de Hekkenhoek, Juffrouw Catharina Roggeman, op de hofstede genaamd “Pottershof”. Daar werd een priester verstoken die daar ook stiekem de mis voorging. Men heeft lang in de schouw de vorm van het altaar kunnen zien waar de mis werd opgedragen.

1817 : Het mysterie van de vermiste sergeant Majoor, maar daar zullen we een apart item aan besteden.
1819 : Willem I gaf aan de gemeente de toelating om “De Vlasbloem” in het wapenschild te voeren.
1821 : De zoveelste overstroming.
1822 - 1825 : In deze jaren werd de veerbrug gefundeerd op stenen pijlers. Beide kaden werden gemoderniseerd doch op beide oevers bleven wallen en versterkingen duidelijk overheersen. Deze brug kon in het midden opengedraaid worden.
1825 : Overstroming. In de raadszaal van het oude gemeentehuis hangt nog steeds een schilderij aangaande deze overstroming van de hand van de heer Louis De Taeye (1822 - 1890).

HISTORIEK VAN DE SINT-MARGARETAPAROCHIE

Sint-Margareta, de patroonheilige.
Sint-Margareta, de patroonheilige van onze kerk werd circa 305 in Antiochië geboren. Door haar voedster werd ze in het christelijk geloof opgevoed. Omwillen van haar geloof wees ze een huwelijk af met de heidense prefect Olybrius en werd ze gearresteerd. Rondom haar leven en lijden worden veel legenden verteld, o.a. over een draak die haar in de gevangenis verscheen. Margareta kon hem verjagen door middel van een kruisteken. Uiteindelijk stierf ze door onthoofding de marteldood in Antiochië onder Diocletianus. Sint-Margareta is de patrones van zwangere en barende vrouwen. Zij wordt aanroepen voor vruchtbaarheid en verder bij barensweeën, de geboorte van een kind en borstkwalen.

Ontstaan van de parochie.

Grembergen en het hele gebied tussen Schelde en Durme was een heerlijkheid uit het erfgoed van Karel de Grote. Tussen 802 en 805 werd dit gebied geschonken aan de abdij van Werden (Duitsland), gesticht door Ludgerus. Vanuit Werden richtten monniken een klooster op te Zele. Van hieruit werd missioneringswerk verricht. In 1019 wordt er voor het eerst gesproken van “Grendberga”. De naam werd afgeleid van “stuyvende bergen”, opgewaaid uit zanden die door de Schelde werden afgezet. “Grend”, “grem” of “grim” betekent “woest”, “onvruchtbaar”, “onbebouwd”.

Bouwgeschiedenis van de Sint-Margaretakerk.

Rond 1100 werd in de omgeving van de koortskapel een bidplaats opgericht. Deze bevond zich dichtbij de huidige Scheldebrug en was afhankelijk van de moederkerk te Zele. Hoe deze kerk eruit zag en hoe zij verder evolueerde is niet bekend. In 1569 hadden de geuzen allesbehalve de “Geueze” bij zich, doch wel een flink pak agressie. Zij namen Dendermonde in en richtten ook in Grembergen zware schade aan. In 1599 werd de herstelde kerk heringezegend. Na enkele decennia was de kerk reeds zo vervallen dat men er in 1660 aan dacht een nieuwe kerk op te richten. Het beleg van Dendermonde door Lodewijk XIV (1667) bracht niets dan ellende. De oude kerk moest in 1675 zelfs afgebroken worden om Dendermonde goed te kunnen verdedigen. Op 13 december 1709 gaf koning Filips V (van Spanje en de Nederlanden) toelating een nieuwe kerk te bouwen. (toren, beuk, en twee zijkapellen) Hierbij werd gebruik gemaakt van materialen van de oude kerk. Deze nieuwe kerk werd gebouwd op de huidige plaats, buiten het bereik van kanongeschut vanuit Dendermonde. De inzegening vond plaats op 10/11/1710, maar de wijdingsviering werd voorgeschreven op de tweede zondag van september, het tijdstip van onze grote kermis. In 1846 was de bevolking zodanig aangegroeid dat de kerk vergroot moest worden. Er kwamen twee zijbeuken bij. Deze werden plechtig ingezegend in 1850. Een verhoging van de kerktoren volgde na twee openbare aanbestedingen in 1871 en 1873. De beide wereldoorlogen brachten de kerk nagenoeg geen schade toe.

Interieur van de Sint-Margaretakerk.

Altaren

Het hoofdaltaar (1748, gemarmerd hout) vormt het tabernakel, bekroond door een Calvarie. Op het deurtje herkennen we de maaltijd met de Emmaüsgangers. De overvloed aan beelden wijst op een reactie tegen het opflakkerend protestantisme. Rond het tabernakel zien we twee engelen. Zij dragen de symbolen van geloof (pauselijke tiara), hoop (het anker) en liefde (kelk: symbool van de eucharistie).
Het rechter zijaltaar (1622) is toegewijd aan de Heilige Elooi. Aan het linker zijaltaar (1622) wordt Onze-Lieve-Vrouw vereerd.
De huidige altaartafel waar nu de mis wordt opgedragen, is een fragment van de vroegere communiebank (1683, uit oude kerk) en stelt het Lam Gods voor.
Andere fragmenten vinden we in de zitbanken van lectoren en misdienaars

De preekstoel

Een knap staaltje van barokke- en rococobeeldhouwkunst van Adriaan Nijs (1738). We vinden de symbolen van de vier evangelisten terug: bovanaan de kuip Lucas (os) en Marcus (leeuw); onderaan de kuip Matteüs (engel) en Johannes (arend). Op de panelen zien we de voorstelling van de Bergrede, Sint-Margareta die aan haar geloof weigert te verzaken en Sint-Margareta en de draak. Het eikenhouten kruisbeeld bovenop de kuip dateert van 1855. Als kernspreuk werd geopteerd voor “Semen est verbum Dei” (Het woord van God is zaad). Sedert het Vaticaans Concilie wordt de preekstoel niet meer gebruikt.

De biechtstoelen

Twee biechtstoelen met bustes van Maria Magdalena en de H. Paulus dateren van omstreeks 1750. De twee andere zijn van de hand van Adriaan Nijs (eerste helft 18 de eeuw) met bustes van de H. Petrus en Carolus Borromeus.

De vaandels

Vooreest is er het vaandel met het H.Hart van Maria in ovaal medaillon en Mariamonogram (circa 1900). Het vaandel met torenmonstrans werd geschonken bij de oprichting van de Broederschap van het Heilig Sacrament in 1849. Tot slot is een vaandel met medaillon en goudborduurwerk dat de Heilige Elooi voorstelt.

Het orgel

Rond 1871 werd ons kerkorgel gebouwd door Petrus Vereecken, orgelmaker uit Gijzegem. Het bestaat uit een eiken orgelkast met 1029 orgelpijpen, 2 manuele klavieren en 1 pedaalklavier. In totaal zijn er 18 register. Op 12 oktober 1981 werd het orgel bij Koninklijk Besluit beschermd als monument. Na een zeer lange administratieve procedure werd het orgel gerestaureerd door bvba Nijs & zonen uit Nieuwerkerken. Dankzij subsidies en restauratiepremies van het Vlaamse Gewest, de provincie en het stadsbestuur speel onze koster-organist Luc Dilewyns nu op een prachtig gerestaureerd orgel.

Glasramen

De glasramen werden op afwisselende wijze gevuld met geometrische motieven en een rondlopende omlijsting van bloemen en bladwerk. Boven de zijdeuren in de voorgevel zijn er gelijkaardige roosvensters.
Naast de zijaltaren realiseerde Eugeen Yoors in 1937 twee glasramen:
- H. Hart van Jezus (schenker: familie de Waepenaert)
- H. Hart van Maria (schenker: E.H. Parys)

De kapelletjes van Grembergen

Sint-Margrietkapel (Sint-Margrietstraat)
Deze kapel werd opgericht als dank voor de genezing in 1912 van Johanna Verleysen, echtgenote van Désiré Willems. De initialen staan in de gevel vermeld. Ze werd gemetst door Petrus Mertens en metserdiender Petrus Bogaert. Vroeger stonden rond de kapel een Spaanse houten haag, enkele rustbanken en aan weerzijden van de ingang een lindeboom.

Kapel O.L. Vrouw van Toorst (Ganzegavers)
De grondlegger van dit kapelletje is E.H. De Vidts. In 1980 vroeg hij als toenmalig onderpastoor aan Frans Fierens een plan te tekenen voor de kapel. In 1981 werd hij echter overgeplaatst naar Lokeren. Gelukkig diepte E.H. Redant het plan weer op. Eind mei 1982 was het kapelletje voltooid. 28 mei 1982 werd het ingehuldigd met een eucharistieviering. Lange tijd werd het kapelletje onderhouden door Edmond Segers. Nu straalt het nog steeds dankzij de hulp van vrijwillige buurbewoners.

Sint-Elooikapel (Grootzand)
In 1711 schonk de bisschap van Gent een deel van de relikwieën van Sint-Elooi aan de Sint-Margaretakerk. Hij is de patroon van de smeden en de beschermheilige van het vee. Aangezien geen enkel dier bezweek bij de volgende veeplaag, veroorzaakte dit de grote devotie tot Sint-Elooi. In 1715 keurde pas Clemens XI het oprichten van de Sint-Elooiconfrerie goed. In hetzelfde jaar werd de Sint-Elooikapel gebouwd over het waterputje waar volgens de overlevering het beeld van de heilige gevonden werd. De jaarlijkse processie van Sint-Elooi en de zegening van de paarden vindt plaats op de eerste zondag na 29 juni. Het jaartal “1777” wijst wellicht op verbouwingswerken. De laatste restauratiewerken dateren van 2002.

Het Koortskappelletje
De omgeving van het koortskapelletje wordt unaniem beschouwd als de plaats waar de vroegere kerk van Grembergen gestaan heeft. De inscriptie “anno 1624” op een steen in de kapelgevel blijft een vraagteken. Sinds 18 juni 2002 zetten de “Vrienden van de Koortskapel” zich in voor de restauratie.

Kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Nood
De kapel van de wijk “De Molen”of “De Proche” werd heropgebouwd in 1911 en bevindt zich op de hoek van de Oude Molenstraat en de Denstraat. Op 15 augustus 1911 werd ze plechtig ingewijd. Nog steeds is dit de datum van de jaarlijkse wijkkermis. De kapel is eigendom van de familie De Mey.

Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Vrede (Hekkestraat-Hekkenhoek)
Bij de Franse omwenteling van 1790 werd deze kapel niet gespaard. Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw en twee koperen kandelaars konden gered worden en werden in een hoeve verborgen. Na de Franse revolutie werd in de lindeboom een houten kapelletje gehangen. Dit was in 1935 aan herstel toe: men besloot een stenen kapel op te richten. Bij de graafwerken voor de fundering stootte men op resten van wat ooit de oude stenen kapel was. De huidige kapel werd op 30 augustus 1936 ingewijd door onderpastoor de Craene. Nu nog wordt er in de maand mei een mis opgedragen.
Grembergen


Oppervlakte: 992 ha 44 a 40 ca
Inwonersaantal: 6.273 (op 1 januari 2008)

Grembergen bevindt zich aan de linkeroever van de Schelde. Dendermonde zelf en alle andere deelgemeenten liggen op de rechteroever.
Op bestuurlijk en kerkelijk vlak valt de vroegste geschiedenis van Grembergen samen met die van Zele. De benaming 'Grenberga' komt in openbare geschriften voor het eerst in 1019 voor. Grend is verwant met grint of grind wat staat voor kiezelzand. Grembergen betekent dus zandheuvels of kiezelheuvels. Op het einde van de 11e eeuw of in het begin van de 12e eeuw werd dicht tegen de Schelde een kerkje gebouwd, zoals overal elders stond het dicht bij het bevaarbare water, wat gunstig was voor handel en vervoer. De eerste vermelding van de kerk van Grembergen vinden we in een document van 20 april 1194 waarin bisschop Stephanus van Doornik de schenking van Zele (en daarbijhorend Grembergen) aan de Sint-Baafsabdij te Gent ongedaan maakt en de vroegere eigenaar, de abdij van Werden, als eigenaar herbevestigt. De periode tussen 1560 en 1600 is voor Grembergen bijzonder tragisch geweest, met overstromingen, verwoestingen, beeldenstorm, gevolgd door pestepidemieën, enz. Op bevel van de legeroverheid diende in 1675 de oude kerk afgebroken te worden omdat ze hinderlijk was voor de verdediging van Dendermonde. Zover kwam het echter niet, wel werden de muren van het kerkhof gesloopt en de stenen werden vervoerd naar de plaats van de nieuw op te richten kerk. De nieuwe kerk werd ingezegend op 10 november 1710. Grembergen kwam de Eerste Wereldoorlog door zonder beschadiging, in de Tweede Wereldoorlog echter kende het grotere verwoestingen.



De parochiekerk St.-Margareta heeft een peervormige toren en bezit belangrijk kerkmeubilair. Fernand Khnopff (1858-1921), symbolistisch kunstschilder, werd geboren in Grembergen, er werd ook een straat naar hem genoemd. Zijn meest bekende onderwerpen zijn landschappen te Fosset, portretten van dames uit de Brusselse bourgeoisie, stadsgezichten van Brugge en symbolistische composities. Uit de meeste doeken spreekt een mysterieuze, bevreemdende sfeer. Zijn personages vertonen vaak androgyne trekken. Zijn meesterwerk is De liefkozing uit 1896, een afbeelding van Oedipus die zich tegen de sfinx aanvlijt.